Vanuit de coulissen voor het voetlicht. Nederlandse cultuurbemiddelaars zichtbaar in een open access database
Een groot deel van de literatuur uitgegeven in het Nederlandse taalgebied komt tot ons via vertalingen en door de inspanningen van de vertalers en cultuurbemiddelaars. In het Vertalerslexicon voor het Nederlandstalig gebied worden de vertalers – die de helft van de literatuur uitgegeven in het Nederlands hebben geproduceerd – zichtbaar met een biografie, portret en een bibliografie. Het lexicon wordt doorlopend aangevuld met nieuwe artikelen en is continu in ontwikkeling. Vooralsnog worden reeds overleden vertalers uit het Nederlandstalige gebied gepresenteerd.
Het Vertalerslexicon is ontwikkeld op basis van het Zweedse lexicon, het Germersheimers lexicon en het Noorse lexicon met medewerking van IT-medewerkers van de Universiteitsbibliotheek Groningen, de kernredactie en de leden van de adviesraad. Meewerkende auteurs zijn afkomstig van verschillende disciplines en taalgebieden: literatuur- en cultuurwetenschappers, historici, cultural transfer onderzoekers, vertaalwetenschappers, onderzoekers naar taalgeschiedenis, vertalers en literatuurcritici. Aangezien vertalers een beroepsvorm vormen die vaak onzichtbaar in het literaire veld was en is, zijn de artikelen in het Vertalerslexicon voor het Nederlandstalige gebied vaak het resultaat van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, grondig speurwerk in archieven en interviews met personen die de vertalers of familie van de vertalers gekend hebben.
Introductie
Zoals in veel kleine taalgebieden bestaat een groot deel van de literatuur die wordt gelezen in het Nederlandstalige gebied uit vertaalde werken. Ook vertalingen hebben een bijdrage geleverd aan de taal en literatuur van het Nederlandstalige gebied. Dit is echter nauwelijks in het Nederlandse onderwijs en onderzoek geïntegreerd of ter discussie gesteld. Het doel van de database ‘Vertalerslexicon.nl’ is tweeledig: enerzijds het recent ontwikkelde onderzoeksterrein van de cultuurbemiddeling (cultural transfer) middels een innovatief instrument van nieuw materiaal voorzien, anderzijds het algemene publiek informeren over de vaak onzichtbare rol van cultuurbemiddelaars in de nationale (literatuur)geschiedenis. Het vertalerslexicon biedt een nieuw platform voor onderzoekers, studenten en scholieren, bibliothecarissen, journalisten en het algemene publiek. Het geeft inzicht in de rol van vertalingen in het literaire en culturele leven van het Nederlandse taalgebied.
Het vertalerslexicon.nl is net als het ‘moederlexicon’ in Zweden, en de daarna ontwikkelde ‘zusterlexica’ in Duitsland, Noorwegen en Denemarken een technologisch innovatieve, open database. De software werd geschonken door de initiatiefnemer van het Zweedse lexicon, prof. Lars Kleberg. Een IT specialist van de database van Germersheim heeft de laatste versie aan IT specialisten (W. Struiksma en J. Nicolai) van de UB Groningen ter beschikking gesteld. Ook werd gebruik gemaakt van de software van het Noorse vertalerslexicon, beschikbaar gesteld door Hilde Sveinsson. Met ingang van 1 september 2018 werd Elise Bijl aangesteld voor 0,6 fte als webredacteur en maakt ook deel uit van de kernredactie, bestaande uit Petra Broomans, Ingeborg Kroon en Caroline Meijer. De UB Groningen host de database en heeft in overleg met het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) een domeinnaam aangevraagd en de software geïnstalleerd. De database zal worden aangepast aan de Nederlandse situatie en op basis van nieuwe inzichten verkregen uit recent onderzoek. Door de informatievoorziening over Nederlandse vertalers en hun werken in biobibliografische entries (artikelen) wordt inzicht gegeven in vroegere niet opgemerkte netwerken, tradities en processen. Het plan is om op termijn het hele veld van de middeleeuwen tot de eenentwintigste eeuw in kaart te brengen en uiteindelijk tot 500 entries te komen.
Een gezamenlijk doel van de vertalerslexica die inmiddels in Europa ontwikkeld zijn is de vorming van een Europees netwerk van vertalersdatabases, zodat de vertaalstromen en de wederzijdse verrijking van de nationale literaturen in Europa in kaart gebracht kunnen worden. Om die reden zullen de artikelen in het Nederlandse vertalerslexicon in de toekomst ook in een Engelse versie te raadplegen zijn. Met het vertalerslexicon kan een groot publiek worden bereikt. In 2016 had het Zweedse vertalerslexicon 6000-7000 unieke bezoekers per maand.
Achtergrond en voorgeschiedenis
De betekenis van vertaalde literatuur voor de cultuurgeschiedenis is een veronachtzaamd onderzoeksgebied. Door de internationale ontwikkeling van de Cultural transfer studies en de vertaalwetenschappen is de laatste jaren meer aandacht gekomen voor de mediatoren. Onderzoekers zoals Casanova (1999/2004) hebben hiervoor een lans gebroken. De vertaalwetenschapper Anthony Pym stelt:
‘Translators, the human producers of translations, might also be legitimate object of knowledge. The history of translators is at least as valid an organizing principle as have been the various focuses on source-text authors, source texts, or target-vs.-source languages, cultures or nations.
Once you start to look at translators rather than translations, several things can be done.’ (Pym 2009, 32)
Na 2000 zijn er dan ook in verschillende Europese landen vertaalgeschiedenissen uitgekomen (o.a. Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk) en zijn de eerste dissertaties over cultuurbemiddelaars verschenen. Pym en Casanova waren overigens niet de eersten. Door vroege comparatisten zoals Paul Van Tieghem (1931) werd al gewezen op het feit dat de bemiddelaars (‘intermédiaires’) werden veronachtzaamd en dat hun betekenis voor de ‘wereldliteratuur‘ van onschatbare waarde is. De opvatting van vertalen als een creatieve en ook ideologische handeling is nu algemeen verbreid, maar deze inzichten worden nog niet overal toegepast. Dit geldt ook voor Nederland, hoewel juist hier het aandeel vertalingen altijd aanzienlijk is geweest. In de studie naar cultuurbemiddeling wordt overigens van ‘cultuurbemiddelaar’ gesproken, omdat een vertaler meerdere rollen kan bekleden en nooit alleen woorden vertaalt. Door het vertalen van literatuur worden ook ideeën, idealen en (culturele) kennis doorgegeven (Broomans 2009).
De initiatiefnemer en oprichter van het Zweedse vertalerslexicon prof. Lars Kleberg, heeft Petra Broomans aangemoedigd om de mogelijkheden te onderzoeken voor een Nederlands vertalerslexicon. In een aantal derdejaars BA-colleges (2014-2015 en 2015-2016) werd samen met studenten als pilot een aantal cultuurbemiddelaars beschreven en besloten in te gaan op de vraag van Lars Kleberg. Het Zweedse instituut in Stockholm verstrekte in 2015 een beurs om een maand in Stockholm te verblijven om de Zweedse database te bekijken en met IT personeel met de database te werken (augustus 2015). In het najaar van 2015 werd deelgenomen aan congressen (in Germersheim en Oslo) om de Groningse plannen voor een Nederlandse variant te presenteren. In november 2016 vond een paneldebat plaats over digital humanities, georganiseerd door de KB in Stockholm waar ook een overleg met Lars Kleberg en redacteuren van het Noorse vertalerslexicon in oprichting plaatsvond. Van 16-18 juni 2017 werd er wederom een symposium in Gemersheim georganiseerd waar de voortgang van de verschillende vertalerslexica zal worden gepresenteerd. In juni 2017 werd overleg gevoerd met collega’s in Utrecht en redactieleden van Filter. Tijdschrift over vertalen. Een van de redactieleden van het tijdschrift, Caroline Meijer, heeft zitting genomen in de redactie van het VNLex.
Structuur
De database zal artikelen over cultuurbemiddelaars bevatten van de middeleeuwen tot nu. Ook zullen er thematische artikelen worden gepubliceerd. Voor zover beschikbaar zullen bij de artikelen over individuele cultuurbemiddelaars een portret of foto opgenomen worden. In het geval die niet voorhanden of (nog) niet te vinden is, zal een omslag van een door de vertaler vertaald werk opgenomen worden. Elk artikel wordt vergezeld van een uitvoerige bibliografie. In het overzicht van vertalingen zullen in bepaalde gevallen ook ongepubliceerde werken, bijdragen aan anthologieën en publicaties in tijdschriften worden opgenomen, of teksten over bijvoorbeeld het vak vertalen en vertalersopvattingen van de vertaler zelf. Er zal doorgelinkt kunnen worden naar externe bronnen zoals kranten, tijdschriften en digitale biografische bronnen zoals de databases van De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren (DBNL), Atria Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis en Digitale bronnen van de KB in Den Haag.
De database zal een uitgebreid systeem van zoekmogelijkheden bevatten. Men kan op de naam van de cultuurbemiddelaar, auteursnaam en op titel van vertaald werk (originele titel en titel van de vertaling) zoeken. Via het menu op de startpagina kan men ook op verschillende brontalen zoeken en zo een overzicht krijgen van de vertalers. Onder ‘tijdlijn’ wordt een tijdsbalk zichtbaar met beweegbare pijltjes zodat de gebruiker een periode kan aanwijzen, bijvoorbeeld 1850-1900, om een overzicht te krijgen van welke vertalers in dat tijdvak werk werd gepubliceerd. Het voordeel van de database ten opzichte van andere naslagwerken in codex vorm (hard copy) is dat er een hele reeks (door)zoekmogelijkheden zijn en dat een update en correctie van reeds ingevoerde data gemakkelijk in te voeren zijn.
Werkwijze, inhoud en opzet artikelen
De aanpak is biobibliografisch. De artikelen over individuele vertalers worden door (vak)deskundigen (academici, gevestigde vertalers, literaire recensenten, promotiestudenten of excellente masterstudenten) geschreven. Hieraan vooraf vindt een gedegen bronnenonderzoek en archiefonderzoek plaats, indien nodig ondersteund door informatiespecialisten werkzaam bij de UB. Een artikel bevat een korte algemene levensbeschrijving, een overzicht van de vertalersloopbaan en een karakteristiek van de vertaalwijze. Omdat er vaak zo weinig bekend is over de vertalers, in tegenstelling tot de vertaalde auteurs, zullen de artikelen gebaseerd zijn op vaak moeilijk aan te boren bronnenmateriaal (egodocumenten zoals privé-briefwisselingen).
Voor het verzamelen en selecteren van cultuurbemiddelaars voor een artikel in het lexicon kan gebruik worden gemaakt van onderzoek naar cultuurbemiddelaars aan de Universiteiten van Gent, Groningen, Amsterdam en Utrecht, vertaalbibliografieën en literaire tijdschriften zoals het tijdschrift Filter. Tijdschrift over vertalen. Ook de archieven en geschiedenissen van vertaalprijzen in Nederland (o.a. de Martinus Nijhoffprijs, dr. Elly Jafféprijs, Aleida Schotprijs, Amy van Marken vertaalprijs) zijn instrumenten om vertalers te vinden en te selecteren. Er zal aanvullende vertaalhistorisch en literatuurhistorisch onderzoek moeten worden verricht, met name voor de oudere periode van voor 1850. Er zal dan ook een interne database voor eigen gebruik moeten worden aangelegd waarin materiaal kan worden ‘gestald’, onder andere om lijsten van namen op te stellen van personen die in aanmerking kunnen komen voor opname in het lexicon. Voor de selectie zullen criteria worden opgesteld. Naast de vertalers van de grote klassieken zullen ook vertalers van kleine taalgebieden en van zogenaamde in de literatuurgeschiedenissen ‘vergeten’ literaire vormen een plaats krijgen: de vertaalde populaire bestsellers, de vertaalde didactische literatuur, de vertaalde literaire feuilletons, muziek, drama en de vertaalde vakliteratuur (o.a. religieuze, filosofische, historische werken). Ook vertalers uit oudere perioden, die vaak onder heel andere voorwaarden en omstandigheden werkten dan vertalers uit de twintigste en eenentwintigste eeuw, zullen opgenomen worden.
De overwegingen om een vertaler met een eigen biografisch artikel op te nemen in het lexicon kunnen de volgende zijn:
- De omvang van het vertaaloeuvre (aantal vertaalde titels in verhouding tot het tijdperk)
- De inhoud van het vertaaloeuvre (werk van belangrijke auteurs)
- Het cultuurhistorische belang van het vertaaloeuvre (het belang van de vertalingen voor de ontwikkeling van de Nederlandse literatuur, taal, mentaliteits- en wetenschapsgeschiedenis)
- De schrijver als vertaler (bekende Nederlandse auteurs die ook actieve vertalers waren en een vruchtbare uitwisseling met buitenlandse literatuur hadden door hun vertaalwerk)
- De positie en functie van een vertaler in het literaire veld.
Naast de artikelen over individuele vertalers zullen thematische artikelen worden vervaardigd, bijvoorbeeld over specifieke genres: kinder- en jeugdliteratuur, misdaadliteratuur, institutionele fenomenen zoals vertaalprijzen en uitgevers die series met buitenlandse literatuur uitgeven (bijv. de Russische Bibliotheek van Van Oorschot), maar ook de heersende vertaalopvattingen door de eeuwen heen verdienen een apart thematisch artikel. Ook zal een artikel aan de Nederlandse Bijbelvertalingen gewijd kunnen worden en andere religieuze geschriften zoals de Koran.
Gebruik en mogelijkheden
De database maakt verder onderzoek naar de cultuurbemiddeling, de vertaalstromen en de positie van de Nederlandse vertalers mogelijk en is voor een breed publiek dat meer wil weten over buitenlandse literatuur in Nederlandse vertaling en vertalers raadpleegbaar. Het onderzoek wordt meteen toegankelijk gemaakt voor een breed publiek, en is dus geen populairwetenschappelijke ‘vertaling’ van reeds gedaan onderzoek. De auteurs van de artikelen kunnen hun onderzoek verwerken in wetenschappelijke artikelen en die aanbieden aan blind peer reviewed journals.